Pieter van der Hoog staat bekend als de reder die ten koste van alles door wilde gaan met de zeilvaart. Hij kon niet geloven dat er een dag zou komen waarop er niet meer met zeilvrachtschepen over de oceanen gevaren zou worden.. Wind is gratis.. dan ga je toch niet met stoomboten naar de Oost..? In de scheepvaartwereld van die tijd kende iedereen hem en werd er wel eens hoofdschuddend over hem en zijn ambitieuze plannen gesproken.
De rederij van Pieter was een partenrederij. Bij een partenrederij was het eigendom van een schip in parten verdeeld. Zo konden de eigenaars of reders het risico spreiden. Het was dus eigenlijk een financieringsvorm; een contractuele regeling voor gezamenlijk eigendom van het schip. Dikwijls kon je uit de naamgeving al concluderen wie er met een flink financieel part of deel in het schip investeerde. Partenrederij werd ook doorgevoerd in andere sectoren waar veel kapitaal nodig was, zoals bij papiermolens, turfontginning ed. De financiële organisatie van bijvoorbeeld de VOC in vroeger jaren was iets soortgelijks. Pieter fungeerde als boekhouder/reder van het te bouwen en te exploiteren schip. Zijn zakenpartners en vrienden Jan en Kees Smit van de scheepswerf J&K Smit te Krimpen aan de Lek en ook wel Hendrik Smit waren deelhebbers in de bouw- en exploitatiekosten van zijn schepen. Pieter nam de beslissingen dus nooit alleen. Veelzeggend vind ik in dit geval de bekende foto van Pieter met enkele Smitten aan boord van de “Geertruida Gerarda” vlak voor haar eerste reis naar Batavia. Pieter staat daar te midden van zijn vrienden en zakelijke partners. Van links naar rechts op de foto staan: Jan Smit (van de scheepswerf), Van Halewijn, Kees Smit (ook van de werf), H. van der Horst van Hil jr., Pieter van der Hoog, Frits Smit jr. (scheepsbouwkundig ingenieur bij de werf, zoon van Hendrik Smit), en Hendrik Smit. Hendrik Smit was getrouwd met Jeannette Francoise Beckman, naar haar was de eerste viermaster vernoemd. De vrouw van Kees Smit heette Geertruida Gerarda.. Zeer waarschijnlijk participeerden al deze mensen in het schip.
Bijna alle 19de-eeuwse zeilschepen waren ondergebracht in een partenrederij. Je nam bijvoorbeeld deel voor een achtste of een zestiende part. De participanten waren meestal wel betrokkenen bij het schip. Het kon de scheepsbouwer, de kapitein, de cargadoor, de boekhouder, de stuwadoor of bijv. de tuiger zijn. Hoe dat precies zat bij de schepen van Pieter weet ik nog niet. In de familie zijn er in ieder geval geen financiële documenten bewaard gebleven. En wat er misschien nog was is verbrand bij de boerderijbrand in 1968.
Zakelijk inzicht kon Pieter van der Hoog en zijn partners, veelal dus de familie Smit, niet ontzegd worden! Maar het is zeker waar dat een zeker conservatisme hem niet vreemd was. En hij had veel liefde voor de zeilvaart. Maar dat is iets wat je in alle oude boeken over de glorietijd van het zeilschip leest. Lees de boeken van kapitein Oderwald, van Ton Pronker over zijn opa, de vele artikelen van Pronker, de boeken van Edward P. de Groot.. Veelzeggend zijn in dit verband de spreuken die Ton Pronker in zijn boek over de “Amicitia” heeft opgenomen: “Er bestaan drie soorten mensen: de levenden, de doden en zij die ter zee gaan varen” (Plato), of: “Zeilen is eigenlijk de enige ware zeevaart, op een stoomboot leef je niet met de zee”. (Slauerhoff)
Het geslacht Van der Hoog staat bekend als een hard werkend, conservatief geslacht. Pieter paste helemaal in dat beeld! Tot aan zijn dood op 4 september 1906 bleef hij zich bezighouden met de exploitatie van zeilschepen. In een periode waarin veel reders het bijltje er al bij neer legden of overgingen op de stoomvaart gaf Pieter van der Hoog opdracht tot de bouw van een viermastbark. In 1891 werd op de werf van J&K Smit te Krimpen aan de Lek de kiel gelegd voor de “Jeannette Francoise”. En op 30 november 1892 vond de tewaterlating plaats. Verdere gegevens over dit bekende schip van Pieter kunt u vinden in het submenu over de “Jeannette Francoise”.
Na 12 jaar gaf Pieter voor de 2e keer opdracht tot de bouw van een viermastbark. Hij maakte naam met de bouw van het 4-mast zeilschip “Geertruida Gerarda”, waarvan de kiel in 1902 gelegd werd. Het is het laatste en grootste zeilschip dat in Nederland gebouwd werd. Ook dit schip werd onder zeer grote belangstelling te water gelaten. Het verhaal van de film en alle andere wederwaardigheden van het schip kunt u lezen in het submenu.
Er zullen heel wat familieleden of andere geïnteresseerden zijn die op één of andere manier op deze website terecht gekomen zijn maar die niet zo veel verstand van zeilschepen hebben. Daarom volgen hieronder wat plaatjes ter verduidelijking.
Het eerste schip van Pieter, de “Bastiaan Pot” was een houten bark. De “Antje” was een houten fregat. Zijn derde schip, wat hij dus niet nieuw kocht, was een klipper: de “Lichtstraal”. Dat was de enige klipper (of om precies te zijn een houten klipper-fregat) van de 10 schepen die tot de rederij van Pieter van der Hoog behoort hebben. Een klipper is een snelzeilend zeilschip met een scherpe boeg. De meeste klipperschepen staan bekend om hun sierlijke lijnen. In de meeste oude boeken wordt er lyrisch over klipperschepen geschreven.. in de trant van “menig zeemanshart ging sneller kloppen bij het zien van..” Heel bekend waren de Amerikaaanse klippers, de kapiteins wedijverden om nieuwe snelheidsrecords te breken. Bekende scheepsnamen werden in die tijd meteen gekoppeld aan het aantal dagen waarin ze een bepaalde reis maakten. In dit verband is de “Cutty Sark” nogal beroemd. Dit schip is er nog steeds.
Geachte mevrouw,
Graag zou ik verder geïnformeerd willen blijven omtrent het wel en wee van de heer Pieter van der Hoog. Deze was mijn betovergrootvader en zelf ben ik ook een groot deel van mijn carrière actief geweest in de scheepvaart.
Met vriendelijke groet,
Michiel ter Weeme
Via weekblad Schuttevaer, 25 juli 2015, kennisgenomen van het bestaan (via artikel ‘Trouw aan zeil: wind was gratis’) van de reder Pieter van der Hoog uit Krimpen aan de Lek. Er bestaat ook een scheepsbouwersgeslacht Van der Hoog, aanvankelijk werkend met werven vanuit Maassluis, later Amsterdam, en met een nazaat, Ewoud Bon, ben ik bezig met een publicatie, HET METALEN KRUIS, dat in Amsterdam is gebouwd. Ik heb Ewoud attent gemaakt op uw site.
Daarnaast wil ik u graag attenderen op de site van de Stichting Maritiem Historische Databank waar enorm veel informatie is te vinden over de schepen van de bewuste periode. Men heeft zelfs krantenberichten nageplozen en per schip kan herleid worden waar het heeft gevaren en wat de bijzondere lotgevallen zijn geweest. De secretaris van deze organisatie, Ger Mulder, woont bij u in de buurt en kan alle gewenste info verschaffen die voor u van belang kan zijn.