Het voorgeslacht Van der Hoog gaat in de stamboom terug tot Cornelis Ariense van der Hoog die in 1695 te Capelle aan den IJssel werd geboren. Hij huwde in 1720 met Duifje Lems in Capelle ad IJssel. Duifje werd op 3 januari 1694 in Pernis gedoopt.
Hun zoon Ewout van der Hoog werd op 10 november 1728 in Capelle aan den IJssel geboren. Hij trouwde op 27 september 1749 te IJsselmonde met Maria Arijsdochter Weeda (25-6-1724 te IJsselmonde-Oost gedoopt). Twee dagen eerder was hij daar in ondertrouw gegaan. Je kunt lezen: “jongeman van Kapelle ad IJssel, gereformeerd”. Hij moest 3 gulden betalen omdat hij nog minderjarig was.. Zijn bruid was 4 jaar ouder. Ze kregen (voor zover bekend..) 7 kinderen: Cornelis in 1751, Ary in 1753 en Durfijna in 1755, allen te IJsselmonde. Daarna naar Ridderkerk; daar worden Martinus in 1758 en Abraham in 1761 geboren. Volgens gegevens woonde hij in 1765 nog in Ridderkerk. Na het doorspitten van DTB-boeken vond ik idd. nog de aangifte van de geboorte van een zoon Pieter!! Op 28 april 1765. Deze overleed jong. Want in de gaarder Ridderkerk wordt én in 1764 en in 1765 een “kind van Ewout van der Hoog” gevonden. Hierna volgde de verhuizing naar Willemstad! En daar werd Pieter onze voorvader, de opa van kapitein en reder Pieter op 24 februari 1768 geboren.
Willemstad
Waarom ze naar Willemstad vertrokken en wanneer precies weet ik nog niet. Maar de verhuizing was tussen 1765 en 1768. Wellicht was hij bakker in Ridderkerk of timmerman. Want die 2 beroepen komen in Willemstad terug! In ieder geval vond ik van Ewout de vermelding: gekerstend in Willemstad op 26 september 1784. Uit die tijd zal de (familie)Statenbijbel met de mooie koperen sloten stammen??
Hieronder eerst een stukje geschiedenis over Willemstad:
In 1587 stelde het stadsbestuur van Willemstad zoals het dorp Ruigenhil sinds 1584 werd genoemd, zich onder het gouvernement van prins Maurits. Hij zou het onderhoud van de vesting en allerlei oorlogslasten voor zijn rekening nemen in ruil voor de opbrengst van de belastinggelden. Ook in de bouw van een stadhuis en van een kerk – de eerste in Nederland voor de protestantse godsdienst gebouwd – werd door hem bijgedragen. In 1615 werd Maurits Heer van Willemstad, toen Willemstad met de polder de Ruigenhil werd afgescheiden van het Markizaat van Bergen op Zoom en een aparte heerlijkheid werd. Willemstadters leerden met soldaten van allerlei nationaliteit samen te leven. Ze hadden ze, totdat in 1748 een kazerne werd gebouwd, in huis of in soldatenhutjes in hun tuin. Zelf moesten ze zich trouwens ook in tijden van oorlog wapenen en dienst doen bij de burgerwacht. Eenmaal tijdens het bestaan als vesting onderging Willemstad een belegering, namelijk in 1793 toen een Frans leger van ruim 8000 man tevergeefs trachtte de vesting te veroveren. In januari 1795 kwamen de Fransen terug en moest Willemstad in opdracht van de Staten-Generaal capituleren. Tijdens de Bataafs/Franse tijd (1795 – 1813) bleef Willemstad oranjegezind en hardnekkig vasthouden aan verworven rechten, maar aan de nieuwe tijd viel niet te ontkomen. Haar status aparte als vallende onder het gouvernement van Oranje was voorbij. Onder aanvankelijk protest, maar later toch op eigen verzoek, werd Willemstad in 1797 bij Bataafs Brabant ingedeeld. Nadien kwamen er ook nog oorlogen maar deze bleven ver van Willemstad. Ze hadden alleen als gevolg een vergroting van het garnizoen en soms het afkondigen van de staat van beleg. Verder ging het leven rustig door. Men liet graag alles bij het oude en vertrouwde. De gunstige ligging aan het Hollandsch Diep heeft Willemstad nooit uitgebuit. Ook niet toen in 1926 de vesting werd opgeheven. De goedbewaarde wallen, nu Rijksmonument, werden in 1935 door het Rijk in pacht gegeven aan de St. Menno van Coehoorn en nadien aan de gemeente Willemstad overgedragen. (bron Heemkundekring Willemstad).
Ik weet nu dat ze na mei 1765 en voor februari 1768 naar Willemstad verhuisd zijn. En vanaf 1785 staat Ewout te boek als “Administreer en Armmeester” in Willemstad. En vanaf 1786 als Scheepstimmerman, samen met zijn zoon Ary. Ewout was dus in het bezit van de prachtige Statenbijbel met koperen sloten en een houten standaard waar de Bijbel op lag. De geschiedenis van onze familie-statenbijbel begint in 1789. Want dat was de allereerste keer dat er iets vóór in deze Bijbel op het schutblad werd aangetekend. Vermoedelijk kreeg de jongste zoon Pieter de Bijbel ter gelegenheid van zijn 21-ste verjaardag op 24 februari 1789. In prachtige krulletters staat er geschreven: 1789 Deese Bijbel En Lessenaar Hoort Toe Pieter van der Hoog Door sijn Vader en Moeder gegeeve Door mijn eyge Hant onderteekent Eeuwout Van Der Hoog. Ewout overleed 8 jaar later in Willemstad op 26 januari 1797. Maria Weeda overleefde haar man 5 jaar, zij stierf 28 juni 1802 en werd begraven in de kerk van Willemstad. Van deze Maria Weeda heb ik nog gevonden dat zij getuige was bij de doop van haar nichtje Maria op 12 april 1786 (dochtertje van Ary van der Hoog en Heiltje van der Klift). Het meisje werd op woensdag Ned. Hervormd (bron CBG) gedoopt, haar peter was Ewout van der Hoog, in zijn plaats was Maria Weeda zijn vrouw als getuige aanwezig. (bron Brabants Hist. Infocentr.) Het kindje overleed ruim 2 weken later al weer op 29 april in Willemstad. Maria Weeda was 3 jaar later weer doopgetuige, nu bij Ewout van der Hoog, het vierde kind van Ary en Heiltje van der Hoog. (de latere eigenaar van scheepswerf Hollands Trouw in Maassluis!) Ook dit neefje Ewout werd Ned. Hervormd gedoopt (bron CBG), op zondag 18 januari 1789, als peter staat vermeld zijn oom Ewout van der Hoog.
Naaidoos
Nu komt er een heel leuk verhaal! Het verhaal van de antieke naaidoos. Deze naaidoos is gemaakt door Pieter van der Hoog toen hij 16 jaar was voor zijn ruim 12 jaar oudere zus Durfijna. (hoogstwaarschijnlijk is Durfijna vernoemd naar haar grootmoeder Duifje Lems!). Deze prachtig uitgesneden naaidoos is altijd bewaard gebleven en nog steeds familiebezit! Via Pieter de reder naar diens kleinzoon A.P. van der Hoog en zijn dochter. Daar is de naaidoos gefotografeerd.. Aan de voorkant staat: DV DH (initialen van Durfijna van der Hoog) en 1784. Aan de binnenkant van het deksel staat: Gemaakt door Pieter van der Hoog ewz. Oud 16 Jaar voor zijn Zuster D. van der Hoog. De naaidoos is na ruim 230 jaar nog puntjegaaf!