Een interessant artikel in het Reformatorisch Dagblad van 7 april 2018 (n.a.v. een congres waarin het verleden van de islam werd belicht) over Pieter Henricus, jawel, van de Dr. van der Hoog cosmetica!
Dr. P.H. v.d. Hoog was een neef van mijn opa en een kleinzoon van reder Pieter v.d. Hoog. De foto bij het artikel komt van deze site. Het is een foto die voor in één van zijn boeken staat.
Cosmeticafabrikant werd moslim
Wie regelmatig binnenloopt bij de drogist kent ongetwijfeld cosmeticamerk Dr. Van der Hoog. Minder bekend is dat de naamgever, de Nederlandse arts Pieter Henricus van der Hoog, zich tot de islam heeft bekeerd en zelfs op bedevaart naar Mekka is geweest.
Umar Ryad (Katholieke Universiteit Leuven) bracht het verhaal vrijdag (april 2018..) in herinnering op de laatste dag van het tweedaagse symposium ”Geschiedenissen van de islam in Nederland en Vlaanderen tot 1955” in Leuven.
De in Den Haag geboren Van der Hoog (1888-1957) leefde een veelzijdig leven, aldus Ryad. De Nederlandse regering stelde hem in 1928 aan als arts in het Nederlands consulaat in Jeddah, Saoedi-Arabië. Daar raakte hij onder de indruk van de islam en bekeerde zich tot deze godsdienst.
Dat viel op het consulaat niet in goede aarde, aldus een citaat dat Ryad aanhaalde. „Een steen viel in de stille poel van onze westerse christelijke gemeenschap. Een van onze schapen had de kudde verlaten en was naar de overkant overgestoken. (…) Hij was naïef om te geloven dat hij een soort held zou worden: een man die durfde. Het tegendeel gebeurde. De zogenaamde christelijke gemeenschap sloot de rijen en degenen die zich het minst als christen gedroegen, waren het scherpste in hun kritiek.”
Zamzam
In 1934 vroeg Van der Hoog de koning van Saoedi-Arabië in een brief of hij op bedevaart naar Mekka mocht. De koning feliciteerde hem met zijn bekering tot de islam en reageerde welwillend op zijn verzoek. Wel stelde hij als voorwaarde dat Van der Hoog eerst een jaar als vroom moslim zou leven. Dat kwam neer op veel bidden en vasten. Voor deze ‘proef’ slaagde de ambtenaar glansrijk en in 1935 ging hij daadwerkelijk op bedevaart.
Critici verdachten Van der Hoog ervan dat zijn bekering slechts een voorwendsel was. De kenner van inheemse geneeswijzen zou zijn gefascineerd door de Zamzam-bron in Mekka – volgens de islamitische traditie de bron waar God Hagar op wees toen ze met Ismaël door de woestijn dwaalde en dreigde te sterven van de dorst. Moslim worden en op bedevaart gaan was de enige manier om daar als Europeaan een kijkje te mogen nemen.
Of het een list was, liet Ryad in het midden. Wel vertelde hij dat Van der Hoog –als onderdeel van de pelgrimage– uit de bron heeft gedronken. Dat was opzienbarend, want vooraf had de arts nog gezegd dat drinken van het ‘heilige water’ onhygiënisch was.
Van der Hoog kwam later terug naar Nederland en begon zijn eigen schoonheidsbedrijf. Zijn bedevaart beschreef hij in het boek ”Pelgrims naar Mekka”. In bloemrijke taal vertelt hij daarin hoe hij de Kaäba, het centrale heiligdom in Mekka, kuste. Ryad zei dat hij de dochter van Van der Hoog heeft gesproken. Ze vertelde hem dat haar vader niet over zijn geloof sprak. Haar moeder was atheïst. De kinderen kregen een vrije opvoeding. Enkelen werden remonstrant. Vandaag weten weinig mensen meer dat Van der Hoog moslim was en op hadj ging, aldus de onderzoeker. „Zijn crèmes zijn bekender.”